Bram

Met verbazing volg ik de tuchtzaak tegen mr A. Moszkowicz. Laat ik beginnen te zeggen dat hij in het verleden een buitengewoon goede collega is geweest en dat in de toekomst naar mijn oordeel ook zal blijven. Over de vraag of hij ja of nee contant geld aan mag nemen is nu wel het een en ander gezegd. Wat mij verbaast is dat het hier gaat om een strafrechtadvocaat die een relatief kleine praktijk heeft als je dit vergelijkt me de hele grote civiele kantoren, waar 40 tot 50 advocaten werken in secties. De Deken denkt toch niet dat in die kantoren de maten de conclusies schrijven. Conclusies zijn de stukken die overgelegd worden aan de Rechtbank, waarin partijen hun standpunt neerleggen en op welke conclusies de Rechter uiteindelijk zijn vonnis baseert. Of daar sprake is van contante betalingen, is kennelijk nooit onderzocht, althans daarvan heb ik nog niet gehoord. Misschien dat dat de toekomst wordt. Ik neem aan dat de echt grote kantoren dan een advocaat vrijmaken om de krankzinnige situatie die rondom de contante betalingen aan Moszkowicz is ontstaan, juridisch te bestrijden. Wat daar ook van zij, het gaat mijns inziens over twee aspecten. Het ene aspect is geld en het andere aspect is de advocaat Moszkowicz. Mij is volledig in het verkeerde keelgat geschoten dat de Deken zegt:

“Het beeld rijst op van een advocaat die niet geschikt is voor het vak.”

Deze mededeling is grof, beledigend en in strijd met de waarheid. Immers, niemand kan stellen dat Bram Moszkowicz geen voortreffelijk advocaat is. Hij is spitsvondig, scherp, vaak brutaal en in sommige gevallen gaat hij daarbij heel ver. Echter, steeds weer staat daarbij het belang van zijn cliënt voorop. Waar ik mij ook zeer over heb verbaasd, is dat één van de klachten zou zijn dat hij niet steeds zelf verschijnt.

Het is volstrekt ondoenlijk om steeds zelf aanwezig te zijn op alle momenten dat de belangen van cliënt moeten worden behartigd. Het gaat dan immers vaak om getuigenverhoren, Raadkamers voor gevangenhouding, wrakingsverzoeken, klaagschriften over teruggave van goederen, etcetera, etcetera. Alle advocaten die daar dan wel aanwezig zijn, zijn  gekwalificeerd en werken onder de verantwoordelijkheid van de ‘baas’. Indien daarover klachten ontstaan, kunnen die bij de Deken worden ingediend en de Deken kan dan kijken of er tuchtrechtelijk iets moet worden gedaan. Hier wordt aan Moszkowicz enorme reputatieschade toegebracht. Het gaat zijn potentiële clientèle niet om geld, maar om wat Moszkowicz voor hen betekent. Daar hebben zij belang bij. Ik begrijp dan ook niet hoe het mogelijk is dat de Deken op deze manier een advocaat, die uiteindelijk toch ook een collega is, afbrandt. Overigens lijkt het hier op een strijd die hoofdzakelijk wordt gevoerd voor de bühne om te laten zien hoe keurig de advocatuur in elkaar zit. Ik vind dat de advocatuur helemaal niet hoeft te bewijzen, dat ze keurig in elkaar zit, nu wij immers allemaal belang hebben bij een vlekkeloze reputatie en onze handel en wandel bij voortduring onder een vergrootglas bij de Rechter ligt. Dit is met name in strafzaken het geval, waar op iedere zitting de Rechter weer beoordeelt hoe de advocaat de zaak van zijn cliënt behandelt. Je kunt er op rekenen dat de Rechter bij een falende advocaat in zal grijpen in het belang van de verdachte. Dat is heel anders in civiele zaken, waar vrijwel nooit wordt gepleit en slechts recht wordt gedaan op argumenten die op papier aan de Rechter worden aangeleverd. Ik ben dan ook van oordeel dat de Deken in Amsterdam ten spoedigste uit moet leggen wat hij precies bedoelt met ‘het beeld rijst op van een advocaat die niet geschikt is voor het vak’. Deze uitlating lijkt volkomen onterecht maar blijft wel bij het publiek in het geheugen hangen.