De Rechtbank Utrecht beslist dat een cliënt moet blijven vastzitten, omdat er gevaar bestaat dat hij wegens geldgebrek zal recidiveren. Op zich niks bijzonders, ware het niet dat hij wordt verdacht van het op grote schaal handelen in softdrugs en het witwassen van grote bedragen. Kennelijk aan geld geen gebrek volgens het Openbaar Ministerie. De Rechtbank is daar uiteraard van op de hoogte omdat het dossier bij de Rechtbank bekend is.
Cliënt stelt appèl in bij het Gerechtshof te Arnhem en in de Raadkamer van het Gerechtshof in Arnhem deelt de vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie, de Advocaat-Generaal, mee dat zij niet in staat is om op enigerlei wijze de reden voor de voorlopige hechtenis te onderbouwen.
Mijn opmerking dat het hier kennelijk om het witwassen van veel geld gaat en het derhalve buitengewoon onwaarschijnlijk is dat cliënt zal recidiveren wegens geldgebrek, ontlokt de Raadsheren een glimlach. Zij stellen hem diezelfde dag nog in vrijheid.
Het lijkt erop dat voor de Rechtbank Utrecht elke motivering goed genoeg is, als hij maar leidt tot gevangenhouding van de verdachte. Ik hoop dat het Gerechtshof in Arnhem de Rechtbank Utrecht daarop wil wijzen.
Ik ben bang van niet.